Het is een voorrecht en heel prettig dat wij als pensionado’s, in ons vakantiehuis op het Franse platteland, een gedeelte van ons leven zo vrij en blij kunnen doorbrengen. Alhoewel veel mensen in Nederland denken dat het leven hier in deze oude en romantische Franse dorpjes altijd één groot feest is, is het in werkelijkheid niet altijd zo heel eenvoudig. Het is in deze afgelegen dorpjes geen sinecure om alles goed te regelen en voor elkaar te hebben, vooral als je bijvoorbeeld de taal niet voldoende machtig bent, als je alleen bent of als je fysieke gesteldheid niet meer honderd procent is. Een van de moeilijke dingen is ook de zorg voor het onderhoud van de oude en historische gebouwen waar men in woont. Als je professionele vakmensen nodig hebt, die je woning kunnen onderhouden, restaureren, of isoleren is daar haast niet aan te komen. Dat komt omdat de dorpjes en gehuchten hier overwegend bevolkt worden door senioren en dat de meeste jonge, goed opgeleide beroepsbevolking en ambachtslieden in de grotere steden wonen. Als je dan na veel zoeken uiteindelijk een timmerman, elektricien of loodgieter gevonden hebt, is het maar afwachten wanneer ze tijd voor je hebben en of ze wel komen opdagen. Het is dan ook te begrijpen dat de zelfredzaamheid hier op het platteland een grootgoed is en dat geldt niet alleen op het gebied van het onderhouden en verbouwen van de woningen, maar ook op allerlei andere gebieden. Als dorpsgenoten hier bepaalde technische inzichten, zorgkennis, digitale handigheden of creatieve vaardigheden hebben, worden die erg gewaardeerd en je ziet dan ook dat ze elkaar regelmatig helpen om allerlei zaken te regelen en voor elkaar te maken. De senioren hebben natuurlijk wel de leeftijd waarbij ze niet meer zo fit zijn als toen ze nog een stuk jonger waren. Het is voor oudere klussers of hulpverleners, dan ook een noodzaak om hun zelfredzaamheid niet te overschatten en het werk zodanig te doseren, dat het uit te voeren is en dat het hun eigen gezondheid niet in de weg staat. Gelukkig zijn er bij ons in de buurt nog genoeg vijftig plussers, van verschillende nationaliteiten, die zeer vitaal en energiek zijn. Bovendien hebben deze dorpsgenoten er plezier in om een ander te helpen, hun kennis en ervaringen te delen en de handen uit de mouwen te steken. Er worden in ons dorp door ‘vitale vijftig plussers’ heel wat projecten waargemaakt. De bekende en wijze Franse auteur Victor Hugo schreef al in de 19e eeuw: ”Veertig is de ouderdom van de jeugd en vijftig de jeugd van de ouderdom” en deze wijsheid blijkt ook in onze moderne tijd en in ons dorp helemaal uit te komen.
Enkele pas afgesloten projectjes van onze internationale ‘jeugdige vijftig plus’ dorpsgenoten zijn: Dat er in het schoolgebouw door vrijwilligers van ‘La Bulle Pluriel’ maandelijks een drie gangen maaltijd voor zo’n ruim dertig dorpsgenoten gekookt wordt. Dat onze nieuwe vloer met het advies en de hulp van Ian, Steve en Cyrus tot stand is gekomen. Edward ons geholpen heeft om voor ons een nieuwe router te bestellen. Dat we bij Ineke in de keuken een nis hebben uitgebroken en afgetimmerd waar ze nu haar koelkast in kan plaatsen. Dennis heeft daar een betonnen vloertje gestort. Marianne heeft hulp gekregen met het plaatsen van haar luiken, haar grasveldje werd gemaaid en haar printer opnieuw aangesloten. Bij Mike zijn er in zijn tuin een paar dode bomen verwijderd en is de toegangspoort herplaatst. Helen heeft digitale hulp gekregen om een pasje voor de afvalcontainers aan te vragen. Voor Sue is een afgedankt zwaar zwembaddekzeil en wat oud hout naar de stort gebracht. Voor Inge zijn er dakpannen vervangen en recht gelegd. Bij Cyrus is een grote kast verplaatst en een nieuwe boiler geplaatst. Bij Ian hebben we dakpannen gesjouwd en is de tuin met een bosmaaier getrimd. Voor Steve is er een lekke band verwisseld en zijn motorfiets gerepareerd. Bij de hoogbejaarde Geneviève en Robert is de tuin gemaaid. En er wordt regelmatig meegereden naar de dokterspost of het ziekenhuis. Meestal is het hier dan de gewoonte, als de klus geklaard is, om samen aan tafel te gaan en op Franse wijze, van een aperitief of een lekkere maaltijd te genieten. Het mooie is dat, door al deze gemeenschappelijke inspanningen (en ook ontspanningen), de dorpsbewoners niet alleen een bijzondere bijdragen leveren aan hun internationale sociale contacten, maar dat ze vooral ook deze belangrijke ‘gezamenlijke zelfredzaamheid’ goed in stand houden.