De 'marterproof' uilennestkast
OOKikKOOK, maart 2023

In de zomermaanden, als we in Jaufrenie ’s avonds buiten zitten, horen we regelmatig het schelle en fluitende ‘kieuw-kieuw’ geluid van steenuilen met hun jongen. We zien dan in de schemering de silhouetten van deze vogels op de nok van het dak van onze overburen verschijnen. De steenuil is nauwelijks groter dan een merel, maar ziet er door het opzetten van zijn veren vaak toch wat imposanter uit. Het verenkleed is bruin met druppelvormige witte vlekken. Verder herken je de steenuil aan zijn felgele ogen en witte 'wenkbrauwen'. We hebben het geluk dat deze uiltjes bij ons in de buurt voorkomen en dat deze vogels de gewoonte hebben om in de omgeving te blijven waar ze oorspronkelijk uit het ei zijn gekomen. Het leek ons daarom wel interessant om een steenuilenkast, aan onze kant van de straat, te gaan plaatsen. Zo kunnen we de uiltjes voor de toekomst extra nestruimte aanbieden en hiermee ook proberen om ze meer in onze tuin te krijgen. Ik besloot om in de wintermaanden zelf deze uilennestkast te gaan maken en ben informatie over steenuilenkasten gaan verzamelen.
Er kwam wel wat meer bij kijken, want de steenmarter is een essentiële vijand van deze kleine uil en aangezien de marter veel voorkomt in onze streek moet je daarmee rekening houden. Het is namelijk zo, dat wanneer een marter een schuilplaats met een uilennest ontdekt, hij de eieren en de nestvogels opeet, jaagt op de volwassen steenuiltjes en neemt uiteindelijk het nest in beslag. De werkgroep ‘STONE’, die steenuilen bescherming stimuleert en faciliteert, raadt aan om een beveiliging in de nestkasten voor uiltjes te bouwen, waardoor marters en ook zwerfkatten moeite hebben om binnen te komen. Deze ‘STONE’ werkgroep heeft daarom een ‘marterproof’ uilenkast bedacht en hiervoor de bouwtekeningen op het internet geplaatst. In Nederland ben ik met deze tekeningen aan de slag gegaan en met wat oude planken een bouwpakket voor een robuuste uilenkast gemaakt, met daarin een marter-werende sluis. In het voorjaar hebben we het bouwpakket meegenomen naar Jaufrenie en daar verder in elkaar gezet. De kast toen op ca. 6 meter hoogte op een goede plek geplaatst, in de grote beukenboom, achter in onze tuin.

In de zomer zijn we regelmatig bij de kast gaan kijken of er al bewoners in getrokken waren, maar konden helaas geen leven ontdekken rondom de nestkast. Het jaar daarop zagen we tot onze verbazing dat er geen uilen, maar een bijenvolk zijn intrek in de kast had genomen. De bijen waren druk op en neer aan het vliegen door het ‘vlieggat’ van de uilenkast. Achter dit vlieggat is een tussenschot, waar nog een gat zit met dezelfde diameter. De beide gaten verspringen en doordat de toegangsgaten niet achterelkaar liggen heb je dus een soort sluisruimte. Achter deze ruimte en het tussenschot is de grote ruimte van de nestkast en het is daar dus redelijk donker, wat uilen prettig vinden. In verband met de bijen durfde ik niet de boom in te klimmen om de klep te openen en te kijken of de bijen alleen in de sluis of ook in de hele kast zaten en heb ze dus maar met rust gelaten. Het bijenvolk doet verder niemand kwaad en is bovendien goed voor de biodiversiteit. De uilenkast verder wel nauwlettend in de gaten gehouden en we constateerden dat het bijenvolk het goed deed, want er was veel leven om de kast heen van in- en uitvliegende bijen.

Maar het kan verkeren, want in het najaar merkten we dat er af en toe hoornaars om de kast vlogen en dat er steeds minder bijen te zien waren. We hadden het vermoeden dat het Aziatische hoornaars waren en vreesden dat dit wel eens nadelig voor de bijen zou kunnen uitpakken. Het werd in het najaar steeds rustiger om de kast en in de wintermaanden toen we in Nederland waren hebben we dus niet kunnen observeren hoe het met het bijenvolk in de uilenkast ging. Afgelopen februari waren we weer in Jaufrenie en er was totaal geen leven meer te bekennen bij de kast. Op een ladder voorzichtig de boom ingeklommen en eerst, met een stok een paar keer tegen de kast geslagen om te horen en te zien of er leven in de kast zat. Er was totaal geen reactie, toen voorzichtig de deksel proberen los te maken, wat erg moeilijk ging, maar met behulp van een schroevendraaier lukte het uiteindelijk. Wat bleek nu, de kast zat vol geplakt met lege honingraten zonder honing, broed of stuifmeel en bijna geen (dode) bijen. Ik heb toen nog wat foto’s gemaakt, de lege raten verwijderd en de kast zo goed als mogelijk leeg gemaakt en schoongekrabd. Daarna er een handje stro in gelegd en alles weer goed afgesloten. Later nog aan een imker gevraagd waarom er geen bijen meer in de kast zaten en die vertelde mij dat de hoornaars hoogst waarschijnlijk de bijen en het broed hadden opgegeten en dat de rest van het volk verhongerd was. Erg jammer dat het zo afgelopen was voor het bijenvolk.
We kunnen nu alleen maar afwachten of er zich dit jaar wel steenuilen in de ‘marterproof’ uilenkast zullen gaan vestigen. Of misschien weer een bijenvolk, maar dan maar hopen dat dit keer de Aziatische hoornaars weg blijven, want de nestkast is jammer genoeg niet ‘hoornaarproof‘.
Bonne chance aux abeilles. Paul