Oké boomer
OOKikKOOK in Frankrijk, juni 2020,
Paula en ik behoren tot de babyboom generatie. Deze generatie is geboren tijdens en na de Tweede Wereldoorlog tussen 1940 en1955, er was toen sprake van een heuse geboortegolf. De meeste mensen van deze groep zijn al met pensioen en de laatste van deze lichting staan nu ook op het punt om met pensioen te gaan. Zoals iedereen weet is er in de laatste jaren, en nog steeds, veel te doen over de AOW en de pensioenen o.a. dat die niet meer op 65 jaar, maar pas met 67+ tot uitkering zullen gaan komen. Paula en ik zijn in 1954 en ‘55 geboren en wij vallen in een overgangsregeling en krijgen niet met 67 jaar, maar met 66 jaar en 4 maanden onze AOW en eventueel ook pensioen. Ik heb dus het geluk om dit jaar mijn AOW en pensioen in ontvangst te mogen nemen.

De babyboom generatie is momenteel hét gezicht van de vergrijzing en de nieuwe lichting ouderen, die op eigen wijze kleur geeft aan hun levensstijl en de manier om prettig ouder te worden. De babyboomers staan ook wel bekend als een protestgeneratie, die heeft gestreden voor zaken waar ze recht op dacht te hebben en die aan de wieg heeft gestaan van vele veranderingen in Nederland.Deze groep heeft gelukkig de oorlog, niet, of niet bewust meegemaakt, maar is wel opgegroeid in de naoorlogse tijd toen de economie in Nederland weer volop begon te draaien. Groei en vooruitgang heeft deze groep als basis leren kennen en heeft daar veel voordelen van gehad, zo ook de opbouw van goede pensioenen.
Nu ben ik dit jaar dus een van de vele babyboomers die van een pensioen kan gaan genieten en dit ga ik samen met Paula met veel plezier doen. Niet alleen in Nederland maar ook in ons vakantiehuisje in ‘la douce France’ als echte pensionado’s met circa 1000 km afstand van de Nederlandse arbeidsmarkt. Het Franse woord voor pensioen is “la retraite” en dat klinkt, en schrijf je, net als in het Nederlandse retraite, maar betekent heel wat anders namelijk: “afzondering voor spiritueel zelfonderzoek en geestelijke oefening”, wat vaak in een klooster of retraitecentrum plaatsvindt. Wij als echte babyboomers zijn echter niet van plan om onze oude dag in ‘retraite’ te gaan en de rest van ons leven in een klooster te slijten. Het streven is om in goede conditie te genieten van het leven, de natuur, vakanties, sporten, hobby’s en om veel vrijetijd met kinderen, kleinkinderen, familie en vrienden door te brengen.
Omdat de generatie van babyboomers, door hun grote aantal, behoorlijk aanspraak maakt op de snel verdampende pensioenfondsen wordt er, af en toe, door o.a. de jongere Millennial- en Y-generatie (1980-1994), jaloers geageerd tegen de ‘boomer’ en wordt die, wel eens, voor ‘ouderwets denkend fossiel’ uitgemaakt. Maar laten de jongeren niet vergeten dat de boomer zich nog vaak nuttig maakt voor de maatschappij. Er wordt de nodige tijd aan verenigings- en vrijwilligerswerk besteed. De kinderen worden regelmatig geholpen, er wordt veel op kleinkinderen gepast en de babyboomer verleent vaak noodzakelijke mantelzorg aan ouders en ouderen (Stille Generatie 1930-1940). Zo ondersteunt de boomer, tijdens zijn pensioen, regelmatig de gemeenschap waarvoor de jongere generaties, door hun drukke werkzaamheden en intensieve leven, maar weinig tijd hebben. Dit lijkt mij een hele goede zaak voor alle generaties en ondersteun dit graag met een kernachtige uitspraak namelijk:
“Goed gedaan ouwe”, oftewel: “Oké boomer”.
