Het Frankrijk seizoen
OOKikKOOK in Frankrijk, maart 2019,
Na de winter periode in Nederland, brak het nieuwe Frankrijk seizoen voor ons aan. Eind februari zijn we naar Jaufrenie vertrokken, met de bedoeling om in een paar weken het huis en de tuin voor het nieuwe seizoen klaar te maken. Het was schitterend weer toen we aankwamen en we waren blij om onze buren, vrienden en kennissen weer te zien. Ons huisje was de winter ook goed doorgekomen. Nadat we ons geïnstalleerd hadden, zijn we eerst in de tuin bezig geweest. We hebben de appel-, kweepeer- en moerbeibomen, vuurdoorn-, rozenstruiken gesnoeid, de border geschoffeld, onkruid verwijderd en het gras gemaaid. Nog wat plantjes en bolletjes geplant en het aspergebed opgevuld en strak gemaakt, in de hoop om in mei een maaltje asperges te kunnen oogsten. We wilden het snoeihout en ander tuinafval gaan verbranden, maar omdat je dat tegenwoordig eerst bij de gemeente moet melden, is Paula dus naar het gemeentehuis gegaan. De gemeente secretaresse noteerde ons adres en vroeg: wanneer we gingen branden, hoeveel kubieke meter het was en of we zelf de middelen om te blussen beschikbaar hadden. Daarna printte ze een formuliertje uit, zette er een stempel op, maakte een kopie voor de brandweer, gaf Paula het gestempelde formulier en wij konden fikkie gaan stoken. Een
heel gedoe, maar alles volgens de nieuwste regels en… veiligheid voor alles! We hebben toen al het snoeihout verbrand, waaronder de scherpe doorntakken van de rozen en vuurdoorns, plus ook nog al het oude snoeihout van de vorige herfst. Opgeruimd staat netjes!

Een van projecten voor deze weken was ook het aftimmeren en plaatsen van drie nestkasten voor koolmezen en ook één nestkast speciaal voor steenuilen. Ik had in Nederland voor de steenuilenkast een bouwpakket gemaakt met oude plankjes uit de schuur van mijn schoonmoeder. Deze kast heb ik hier verder in elkaar gezet en toen achter op het veld, op circa 4,5 meter hoogte, in een boom geplaatst. De koolmezenkasten had ik in Nederland al zo ver klaar, dat er hier alleen nog een bitumen dakbedekking op moest komen. Toen dat af was, heb ik een paar goede plekken rondom het huis uitgezocht en ze opgehangen. Wij hopen dat er jonge koolmeesjes in de nieuwe nestkasten gaan komen en dat die dan de rupsen van de buxusmot op zullen eten. Deze rupsenplaag maakt onze nog resterende buxusstruiken kapot. En gif spuiten is voor ons geen oplossing! Als deze aanpak niet lukt, dan zullen we de buxusstruiken weg moeten doen. De meesjes kunnen ons zo helpen deze rupsenplaag te bestrijden, maar eerst afwachten of de vogels hun intrek in de kasten gaan nemen. Zo proberen wij de vogels te helpen en meteen meer van de natuur te genieten.
Genieten van de natuur kun je hier in Frankrijk op nog veel meer manieren. Zo is er hier in de afgelopen wintermaanden weer veel gejaagd. De buurman uit het dorp van Jos en Els heeft geluk gehad en tijdens de jacht een wild zwijn geschoten. Hij deelde vervolgens een flink stuk van het afschot met onze vrienden. Het kwam voor hen goed uit, dat ik in het land was, want ze vroegen mij (als hun huisslager) om het stuk zwijn uit te benen en voor consumptie klaar maken. Het voordeel daarvan was, dat we de volgende dag aan een dinertje zaten met heerlijke wildzwijn koteletten. Later die week hadden we nog een lekkere maaltijd en toen met een wildzwijn ragoutschotel. Zo hebben we, op een totaal andere manier, wéér van de natuur genoten.
Etentjes hebben we hier genoeg, zo zijn we ook nog naar een ‘repas’ (maaltijd) geweest die georganiseerd werd door ‘la Bulle Pluriel’ een groep vrijwilligers in Champagne. De leden koken om beurten voor zo’n dertig tot veertig personen en de kosten zijn zeven euro per persoon. Dat doen ze een keer per maand in het voormalige schoolgebouw en wij zijn er met onze Engelse buren Mike en Helen naar toe geweest. Later in de week werden we ook uitgenodigd door onze Franse buurvrouw Marie om bij haar en haar man Jean op de ‘apéro’ te komen. We werden ontvangen in de voorkamer en het bleek dat deze kamer vroeger een paardenstal was geweest en Jean liet nog een foto zien van het paard, dat vroeger op de plaats van de bank stond, waarop wij daar zaten. We hebben daar twee uur lang, in het Frans, over allerlei dingen gesproken. We hebben afgesproken dat ze in mei een keer bij ons op de apéro zouden komen. Na het bezoek zijn we zo’n driehonderd meter heel voorzichtig naar huis geschuifeld en dat kwam niet omdat we wat op hadden, maar omdat het zo pikkedonker was en er hier geen lantaarns langs de weg staan. ‘Last but not least’ nodigden Mike en Helen ons nog uit om curry te komen eten. We konden dan meteen even bijpraten en afscheid nemen, voordat ze met vakantie naar Schotland gaan. Curry is hun meest favoriete eten en we hebben met z’n vieren genoten van dit gezellige en kruidige etentje.

In de avonden, zittend voor de brandende houtkachel, hebben we ook mijn boek ‘Verliefd op Frankrijk’ afgerond. Het boek gaat over de dingen die we hier in Frankrijk meemaken en waarin ook enkele van mijn blogverhalen zijn opgenomen. Paula heeft letterlijk en figuurlijk de laatste puntjes op de i gezet en het manuscript meerdere keren nagelezen en gecorrigeerd en dat was geen sinecure. Het wordt medio april door de uitgeverij Boekscout uitgegeven en we zullen iedereen op de hoogte houden wanneer het boek verschijnt. Na deze eerste weken in Jaufrenie gaan we weer even terug naar Huissen en we hopen in de tweede helft van april weer terug te zijn in Frankrijk.
Au revoir en de groeten uit Jaufrenie. P+P