De muur
OOKIKKOOK in Frankrijk
Ons vakantiehuisje in frankrijk is al heel oud, een inwoner van ons gehucht, wiens familie al eeuwen lang in Jaufrenie woont, vertelde dat ons huis al driehonderd jaar bestaat. Dit kun je ook zeker aan al onze muren zien, want die zijn gebouwd met natuurstenen, niet echt recht en wel tachtig tot honderd centimeter dik. Volgens ons is de grote schuur het oudste gedeelte van het huis en er is in de loop van de eeuwen iedere keer wel wat verbouwd en bijgebouwd en zo grenst onze achterste muur tegen de tuin van onze buren aan. De keien van deze muur zijn zelfs nog met een soort rode klei opgemetseld. Als deze klei niet afgedekt is en nat wordt kan het zacht worden en afbrokkelen. Je ziet hier in Frankrijk bij oude huizen die in verval raken, dat wanneer het dak er af is en het weer continue op de muren kan inwerken, de klei tussen de stenen weg spoelt en de muren binnen aanzienlijke tijd instorten. Gelukkig zijn onze daken in goede conditie en hebben de muren het goed gehouden. Alhoewel in de loop der jaren de voegen van de achterste schuurmuur, die zo’n zestien meter lang en drie meter hoog is, steeds dieper geworden zijn. Dat komt door inwerking van vocht, de wind, wisselingen van temperatuur en ook doordat o.a. hagedissen in de muren schuilplaatsen of holletjes maken en door allerlei insecten die gaatjes boren in de klei om weg te kruipen. Om het verdere verval van de muur te voorkomen, moest er dus zo’n kleine vijftig vierkante meter, opnieuw gevoegd worden.
Deze muur staat voor twee derde deel in de tuin van onze buren. Een paar jaar geleden heb ik het gedeelte dat in onze tuin ligt, al gerepareerd en gevoegd en dat was goed gelukt. Nu nog het andere, grotere stuk van zo’n vijf en dertig vierkante meter maar om dat te doen moesten we dus eerst toestemming hebben van onze buren. Deze buren zijn drie bejaarde, vrijgezelle en verlegen broers, die we bijna nooit zagen. Aan de voorkant van hun huis is er een binnenplaatsje dat altijd afgesloten was en de broers kwamen ook weinig buiten. Als we toevallig één van hen, achter hun huis in het moestuintje zagen, dan zwaaiden we meestal uit beleefdheid en zeiden ‘bonjour’ en af en toe stak het buurmannetje dan heel schuchter een handje op. Soms ging de poort van de binnenplaats open en kwam de middelste broer in zijn autootje de binnenplaats uitgereden, dan knikte hij even en reed altijd geconcentreerd door, zonder om zich heen te kijken. Dat was het enige contact dat wij en ook de andere inwoners van ons gehucht, met de drie broers hadden. Aangezien wij niet permanent in Jaufrenie wonen, was het dus best wel ingewikkeld en moeilijk om onze buren aan te spreken en ze dan, in het Frans, toestemming te gaan vragen om in hun tuin aan het werk te kunnen gaan. Ik had niet echt haast met de klus en heb het daarom voor me uitgeschoven en uitgesteld.
Maar er gebeurde iets naars met de drie broers, want twee jaar geleden overleed plotseling de middelste broer die met de auto reed. We hoorden van mensen uit ons gehucht dat de andere twee broers erg overstuurd waren en dat ze ook erg onthand waren, omdat ze niet konden autorijden. Het bleek ook nog dat de oudste ziekelijk was en de jongste niet in staat was om zijn oudste broer te verzorgen. Ze werden in een verzorgingshuis opgenomen, waar de oudste na een paar dagen al overleed en de jongste broer van verdriet binnen een jaar ook overleed. Na een paar maanden hoorden we van Els, dat een nicht en een neef van de drie broers, die bij haar in het dorp wonen, het huis hadden geërfd. Ze zouden het huis van hun ooms gaan verkopen en kwamen af en toe langs om wat op te ruimen en het huis voor de verkoop klaar te maken. Ik heb de neef en nicht toen aangesproken en gevraagd of ik via hun terrein de muur van mijn schuur mocht komen repareren en opnieuw voegen. Ze vonden het geen probleem en ik maakte een afspraak met ze dat ik in het najaar, wanneer het niet te warm zou zijn, met de klus zou beginnen. In september kwamen we weer in Jaufrenie en we daar spraken de nicht van de overleden broers en die vertelde ons dat het huis verkocht was en dat het koopcontract binnen twee weken getekend zou worden en dat het prettig zou zijn als de muur dan klaar zou zijn. Dus mijn klus was opeens een haastklus geworden.
De volgende dagen hebben we meteen alles wat we nodig hadden in huis gehaald en klaar gezet. Speciaal voor het voegen van natuur stenen hebben we 70 kg Chaux Saint Astier (kalk) en 380 kg zand ingekocht. De betonmolen, tuinslang, kruiwagen, schuurbord, troffel, pleisterspaan, werkhandschoenen enz. klaargezet. Daarna in de tuin van de buren het onkruid voor de muur met de bosmaaier gemaaid en de muur van klimop, vuil en losse delen ontdaan en schoongespoten, ik was klaar om met het vullen van de voegen te beginnen. Ik heb er twee dagen over gedaan en Paula en ik waren blij met het resultaat, maar ik had naderhand wel flink wat spierpijn en kapotte handen, maar de klus was geklaard en de muur gevoegd. Het was jammer dat de drie broertjes dit niet meer hebben kunnen zien, ze hadden het zeker mooi gevonden, de neef en nicht van de broertjes waren blij dat het op tijd geregeld was en de nieuwe buren zullen in de toekomst tegen een keurige nette gevoegde muur aan kunnen kijken. Alleen voor de solitaire wespen, wilde bijen, gaasvliegen, lieveheersbeestjes, vlinders en hagedissen, zijn er door het voegen van de muur, wel wat nest- en overwinterplekken, verloren gegaan. Maar om deze diertjes te vriend te houden heb ik een paar insectenhotels gemaakt van oude wijnkistjes (want die hebben we hier toch genoeg). Deze insectenhotels hangen nu aan onze keurige eeuwenoude, opnieuw gevoegde muur die er weer voor jaren tegen kan en zo kan uiteindelijk iedereen weer heel tevreden zijn.
Met de groeten uit Jaufrenie. P+P