Vreemde vogels,

Wat voor ons vreemde vogels zijn, zal voor een echte vogelaar wel niet zo bijzonder zijn, maar hoe dan

ook, wij genieten ieder jaar weer van het grote aantal, bekende en ook onbekende, vogels die wij hier, in onze tuin, in Jaufrenie voorbij zien komen. De soorten die wij ook kennen uit onze nieuwbouwwijk in Huissen zijn: mussen, koolmezen, merels enz. Maar wat het dan weer interessant maakt is, dat we hier die vogels zien nestelen. Eerst vliegen ze met allerlei takjes en veertjes heen en weer om hun nestje te bouwen en later hoor je de jongen om eten piepen. Loop je langs de nestkasten met bijvoorbeeld jonge piepende koolmeesjes erin,dan houdt het geluid meteen op en als de kust weer veilig is zetten ze direct weer een keel op en komen de ouders weer met eten aan vliegen.

Andere vogels die hier regelmatig voorkomen zijn: roodborstjes, winterkoninkjes, vinken, lijsters, kwikstaarten, Vlaamse gaaien, houtduiven, tortelduiven en af en toe lopen er fazanten en ook wel eens een koppel patrijzen op ons terrein. Een vogeltje dat we nooit zien, maar zijn prachtige zangkwaliteiten af en toe wel horen, is de nachtegaal. In onze trompetboom, ‘catalpa’, zit regelmatig een grote bonte specht die daar in de bast naar insecten zoekt en we zien ook wel eens een groene specht,

vrouwtje een klier heeft aan de basis van haar staart, die tijdens de broedtijd een zware stank verspreidt. De roep van de hop klinkt als hoep, hoep en daar heeft hij dan ook zijn naam aan te danken.

Maar absoluut de meest indrukwekkende vogels die we hier in Jaufrenie te zien krijgen zijn wel de kraanvogels, een van de grootste vliegende vogels op de wereld. Ze vliegen in het vroege voorjaar met duizenden tegelijk van het Zuid-Spaanse Extremadura naar het Hornborgameer in Zuid-Zweden en in het najaar weer terug. De trek van de kraanvogels is een van de grootste en meest indrukwekkende vogelmigraties in Europa en deze trek komt ieder jaar over onze streek en ook precies over Jaufrenie. De kraanvogels hebben hun Franse naam ‘Grues’ en ook hun Latijnse naam ‘Grus grus’ te danken aan het ‘cru-cru-cru’ geluid dat ze maken. Als in het voorjaar de trek begint, kan je al van heel ver weg het kenmerkende cru-cru-cru geluid horen. Als je dan de horizon aftuurt zie je in de verte, hoog in de lucht een wolk met een V-vormige sliert erachter verschijnen. In groepen van wel honderd vogels komen ze met hun grote vleugelwijdte, trage wiekslag en schommelend vlieggedrag snel dichterbij, want een kraanvogel kan, met de wind mee, wel 100 kilometer per uur halen. Tegelijkertijd zijn deze ‘straaljagers onder de vogels’ ongelooflijk gracieus en volledig op elkaar afgestemd. Tijdens het vliegen wordt af en toe de V-formatie onderbroken en gaan de vogels op zoek na een thermiek om al rondcirkelend en luid communicerend op te klimmen naar grote hoogte om vanaf die positie, weer synchroon en in formatie, verder te vliegen.

Men beweert dat het zien van een kraanvogel je geluk, gezondheid en een lang leven brengt, dat weet je natuurlijk nooit zeker, maar een ding is wel zeker: namelijk dat de kraanvogels in het voorjaar de lente aankondigen. Onze oude buurman Robert kwam van de week meteen naar buiten toen hij het cru-cru-cru van de kraanvogels hoorde en toen hij de overtrekkende vogels zag, pinkte hij een traantje weg en zei ontroerd: ”Les Grues sont là, le printemps est arrivé” (de kraanvogels zijn er, de lente is gekomen). Ook wij waren onder de indruk van de overvliegende kraanvogels en blij dat het lente zou worden en die avond hebben wij voor deze bijzondere gelegenheid een mooie fles wijn open getrokken, voor de lente en voor ‘les Grues’ en in dit geval heel toepasselijk een ‘Grand-Cru’!